Bestuurslid Stef Bahlmann
Het Rotterdamse Woongenootschap als solide belegging
Als Directeur Bedrijven bij ABN Amro heeft Stef Bahlmann de nodige ervaring in de wereld van banken en vermogensfondsen. De financiële constructie van Het Rotterdams Woongenootschap is helder en het idee erachter belangrijker dan ooit, vindt Stef. “Het businessplan klopt en investeerders krijgen een keurige rente!”
Tijdens het programma voor Commissarissen en Toezichthouders aan de Erasmus Universiteit, raakte Stef Bahlmann met Peter Kuenzli aan de praat. “Een half jaar later belde hij me,” vertelt Stef. “Hij vroeg of ik de financieel man wilde worden bij Het Rotterdams Woongenootschap, zodat ik de investeerders kon overtuigen van het mooie project. Ik vond het uitdagend! Vanwege het initiatief, maar ook omdat ik in het verleden een jaar in Zurich woonde.” Stef was al bekend met de Genossenschaften van Zurich die de inspiratiebron waren voor Het Rotterdams Woongenootschap. “De stijl van die woningen vond ik bijzonder, dat herinner ik me goed omdat die stijl van wonen de saamhorigheid onder de bewoners bevorderde. Zo hadden de bewoners een gezamenlijke wasruimte in de kelder: dé ontmoetingsplek van het complex, waar bovendien veel bewonersactiviteiten uit ontsproten. Ook de ruime hal, hoge plafonds en grote balkons waren kenmerkend. Het ademde een heel andere sfeer dan de woonruimten in Amsterdam en Rotterdam van destijds.”
Nu gaan gezinnen noodgedwongen naar Barendrecht voor meer ruimte
Niet alleen de bouwstijl, maar juist de gedachte erachter kan op Stefs goedkeuring rekenen: iedereen moet een plek kunnen vinden in de stad. “Ik vind het initiatief belangrijk voor de huidige en komende generaties. We moeten er samen voor zorgen dat betaalbare woningen beschikbaar blijven voor iedereen. Middeninkomens worden nu de stad uitgejaagd, maar ik vind dat ze een keuze moeten hebben. Nu gaan ze noodgedwongen naar bijvoorbeeld Barendrecht voor meer ruimte.”
Een business plan om op te bouwen
Juist de jeugdigheid en vernieuwing van steden trekt mensen aan, denkt Stef. “Een stad moet jong blijven, vooral daarbuiten vindt de vergrijzing plaats.” Daarom sloot hij zich aan, om investeerders voor dit plan warm te maken. “Ik geloof sterk in ons team. Los van meedenken is mijn taak om ervoor te zorgen dat er geld binnenkomt”. Daarom bezoekt Stef banken, maatschappelijke betrokken ondernemingen en pensioenfondsen om het verhaal te vertellen en de financiering rond te krijgen. “Van de totale investering zal 10 procent van de bewoners komen, 20 procent van maatschappelijk betrokken ondernemers en de resterende 70 procent wordt ingelegd door banken.”
Het unieke? Na aflossing van het pand gaan de huren omlaag!
Om dat te realiseren is een goed businessplan cruciaal, vertelt Stef. “Ons verhaal klopt en investeerders krijgen een keurige rente. Een belangrijk gevolg van deze constructie is dat de woningen niet worden verkocht. We halen het uit het speculatieve: over vijftig jaar moeten ze er nog steeds voor de middeninkomens zijn. Het unieke hieraan? Na aflossing van het pand gaan de huren juist omlaag!”
Gemeenschappelijke prijs
Een mooi stukje grond verkrijgen is nu het belangrijkste, meent Stef. “Daarna kunnen we écht van start!” Een maatschappelijk betrokken aannemer diende zich al aan. “We voerden gesprekken met Timpaan, een bijzondere ontwikkelaar die past bij onze missie. Zo zijn de aandelen van het bedrijf in handen van een stichting, waardoor Timpaan als maatschappelijke onderneming kan opereren en de winst niet aan aandeelhouders, maar aan de stichting wordt uitgekeerd.” Het moge inmiddels duidelijk zijn: om daadwerkelijk een verschil te maken, moet de aanpak van dit project volledig anders zijn dan de reguliere projectontwikkeling. “Als de gemeente aan een ontwikkelaar verkoopt, wil die ontwikkelaar winst maken. Dat winstoogmerk hebben wij niet. Ons streven is niet om zoveel mogelijk woningen op een hectare grond te bouwen, maar om kwalitatief goede woningen met voldoende ruimte en groen te realiseren. De kwaliteit van het woongenot in een duurzaam profiel, dát is bij ons het uitgangspunt.”
Liever een eigen parkeerplek of gedeelde sauna?
In de financiële wereld is winst maken noodzakelijk, dus loont het om tegen lage prijzen te bouwen, vertelt Stef. “Wij hebben nu een ander belang. Het ene is niet beter dan het ander, het is beide legitiem, maar dit is óók nodig. Dat we nu de kans hebben om met Het Rotterdams Woongenootschap samen iets moois neer te zetten en af te zien van de winst, dat vind ik mooi.” Dat idee slaat aan, merkt Stef. De presentatie van Han van de Wetering en Arie Lengkeek tijdens het Stadmakerscongres in Rotterdam (10 november 2017) zorgde voor veel belangstelling van potentiële bewoners. “Zij maakten met de presentatie prachtig duidelijk dat een andere manier van bouwen en wonen mogelijk is. Zo kunnen we parkeerplaatsen realiseren óf kiezen voor een gezamenlijke sauna. Die keuze is natuurlijk geweldig!” De gedeelde binnentuinen en sociale verbondenheid die een Woongenootschap met zich meebrengt, vindt Stef andere grote voordelen van het Woongenootschap. “Die betrokkenheid is belangrijk. Zo kun je gezamenlijk kiezen voor deelauto’s. Die opties zíjn er voor de bewoners van het Woongenootschap.”
Eerst omarmen, dan ontwikkelen!
Hij ziet ook bij zijn kinderen dat het idee aanslaat. “Ik heb een zoon in Nieuw-Zeeland wonen, een zoon in Leiden, een dochter in Amsterdam en een dochter in Den Haag. Mijn zoon in Leiden woont in een prachtig appartement, maar hij zou graag ruimer wonen. Hij vindt geen goede huurwoningen in de binnenstad en is nu dus aangewezen op koop, maar stelt dit liever nog even uit. Toen ik hem vertelde over het doel van het Rotterdams Woongenootschap – woningbouw voor de middeninkomens in vooralsnog Rotterdam – was hij direct enthousiast. Hij ziet graag dat dit plan ook in Leiden wordt gerealiseerd. Mijn dochters gaven eenzelfde reactie, maar dan met betrekking tot de realisatie in hun steden, Amsterdam en Den Haag.” Hetzelfde enthousiasme zag Stef bij bezoekers van het Stadmakerscongres. “Enthousiastelingen kunnen geen seconde wachten, maar we moeten ons realiseren dat het nog even duurt. Het belangrijkste is dat het idee wordt omarmd, en dat is het geval. ‘Wanneer gaan jullie beginnen?’ en ‘Wanneer kan ik me inschrijven?’ zijn inmiddels de meest gestelde vragen!”
Over Stef Bahlmann
Begin twintig was Stef toen hij een jaar in Zurich woonde en werkte. Daarna volgde een jaar Israël, om vervolgens bij een bank te gaan werken. “Bij toeval kwam ik in de financiële wereld terecht. Die wereld sprak me aan. In werkte bij een bank in Amsterdam, maar was er niet zeker van of ik dit de rest van mijn leven wilde doen. Ik zorgde voor een ‘Plan B’ en begon aan een avondstudie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en daarna aan de Universiteit Utrecht. Na zes jaar studeerde ik af in een tak van de gedragswetenschap. De bankenwereld bleef mij desalniettemin boeien. Toen werd ik benoemd tot directeur van de bank in Delft/Westland. Daarna werkte ik twaalf jaar in dezelfde functie in Dordrecht, en daarna Den Haag.” Waarom koos hij uiteindelijk voor de financiële wereld? Vanwege de passie van ondernemers, vertelt Stef. “Het prachtige is dat je ondernemers kunt ondersteunen met bedrijfsfinanciering, je helpt ze vooruit. Van gesprekken met gepassioneerde ondernemers kan ik echt genieten.” Eenzelfde passie herkent hij bij Ninke Happel, initiator van Het Rotterdams Woongenootschap. “Ninke is precies zo’n enthousiasteling met een visie. En ook de mensen die er straks gaan wonen delen dat. Zij zijn bereid hiervoor geld te sparen en mogelijk hun eigen huis te verkopen. Met als doel prachtig te kunnen wonen, middenin de stad.”
Ik geniet van gesprekken met gepassioneerde ondernemers
Zelf verliet hij de stad. “Ik woonde vele jaren in het centrum van Amsterdam, maar mijn kinderen groeiden op in het Groene Hart, tussen de vier grote steden in.” De binnenstad blijft hem boeien. “In de stad heb je alles bij de hand, van theaters en musea tot concertgebouwen en restaurants. De stad blijft trekken, al heb ik nooit spijt gehad van mijn verhuizing.” Hij ervaart ultiem woongenot als er in huis grote ruimtes met hoge plafonds zijn, waar het gezin bij elkaar kan komen. De ruime opzet van gezinswoningen bij Het Rotterdams Woongenootschap waardeert hij mede daarom des te meer. “Dat is vooral in de stad van belang, gezinnen hebben die ruimte nodig.”